Het huis
Toen het smalle hek openging
drongen de mensen onmiddellijk
naar voren, er zweefde een
stukje wit papier door
de opening van het raam,
de tuin lag er stil bij
het gras nog kort genoeg,
als een groen tapijt, met langszij
een rand van lage bloemen.
Ik heb geen boodschap voor jullie
sprak hij, de bloemen hebben
gezwegen, de vogels zitten
weliswaar strak in het pak,
maar ze zingen steeds
hetzelfde liedje, hun
boodschap
is die van gisteren.
Het huis is verlaten
niemand is hier meer gezien
dit huis biedt geen plaats
meer aan gelukkige mensen
vogels loeren naar
vergeten prooi
hun kreten hangen boven
de rivier, dat ene moment
toen ze laag
over het water scheerden.